E-nummers zijn door de Europese Unie goedgekeurde hulpstoffen. Ze worden aan producten toegevoegd om de eigenschappen te verbeteren en veranderen. Een voorbeeld is conserveringsmiddel, dat ervoor zorgt dat een product langer bewaard kan worden. In het binnenkort te verschijnen boek van het AllergiePlatform over e-nummers kunt u er veel achtergrond informatie over vinden. We verwachten het boek rond de zomer 2012 af te hebben.
Lijst E-nummers
Een lijst met eigenschappen van e-nummers kunt u hier downloaden.
Additieven
Additieven zijn hulpstoffen die aan voedingsmiddelen toegevoegd worden om de eigenschappen van een product te verbeteren of veranderen. Additieven kunnen een natuurlijke oorsprong hebben, in planten, dieren of mineralen. Ook kunnen additieven synthetisch in een laboratorium gemaakt worden. In dat geval worden stoffen gemaakt die niet in de natuur voorkomen. Natuuridentieke additieven worden in een laboratorium gemaakt, maar hebben dezelfde samenstelling als de natuurlijke variant.
Wanneer krijgt een additief een E-nummer?
E-nummers zijn door de Europese Unie goedgekeurde additieven. Voordat een additief goedgekeurd wordt, is de werking en veiligheid in meerdere onderzoeken onderzocht. Als uit deze onderzoeken blijkt dat het additief geen aanwijsbaar gezondheidsrisico oplevert krijgt het een E-nummer. In de Warenwet is geregeld aan welke producten E-nummers toegevoegd mogen worden en in welke hoeveelheden. Dit is gebaseerd op de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) van een additief. De ADI geeft aan hoeveel mg per kilo lichaamsgewicht iemand mag consumeren van het additief, zonder dat dit een risico vormt voor de gezondheid. Hierbij is een ruime veiligheidsmarge ingebouwd. De maximale hoeveelheid additief die aan producten toegevoegd mag worden is zelfs zo klein, dat iemand deze iedere dag kan consumeren zonder dat het een risico vormt voor de gezondheid. Wanneer zelfs bij grote hoeveelheden additief niet verwacht wordt dat er gezondheidsklachten op kunnen treden, wordt gesteld dat de ADI ‘ongelimiteerd’ is. Men mag er dus onbeperkt gebruik van maken. Van sommige additieven is niet bekend wat de ADI is, omdat ze al eeuwenlang gebruikt worden en nooit goed onderzocht zijn. Er staat dan dat de ADI ‘niet vastgesteld’ is.
Gezondheidsklachten door E-nummers
Sommige E-nummers kunnen gezondheidsklachten veroorzaken. Deze zijn echter toch toegestaan, omdat het minder schadelijk is om het additief toe te voegen aan het product, dan om het weg te laten. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van nitriet in vleesproducten. Nitriet kan in het lichaam omgezet worden in schadelijke stoffen. Als er echter geen nitriet aan vleesproducten wordt toegevoegd kan de botulismebacterie erop groeien. Deze bacterie kan een levensgevaarlijke voedselvergiftiging veroorzaken. In dit geval heiligt het doel dus de middelen.
In principe zijn de E-nummers dus vrij veilig te gebruiken. In sommige gevallen is het echter mogelijk een intolerantie tegen een bepaald E-nummer te ontwikkelen, waarbij men last kan krijgen van klachten, bijvoorbeeld bij benzoaten en tartrazine. Er zijn ook mensen die klachten rapporteren na het consumeren van andere E-nummers, bijvoorbeeld glutamaat. Hiervan is echter niet wetenschappelijk vastgesteld dat de klachten door het E-nummer komen en geen andere oorzaak hebben.
Functies van additieven
Kleurstoffen E100-E180
Geven een product kleur of versterken de bestaande kleur.
Conserveermiddelen E200-E252
Verlengen de houdbaarheid van een voedingsmiddel door bederf als gevolg van bacteriën, schimmels of gisten tegen te gaan.
Voedingszuren E260-E297 en E322-E385
Verlagen de zuurtegraad (pH) van een product, versterken de werking van anti-oxidanten en conserveermiddelen en zorgen voor behoud van de kleur.
Anti-oxidanten E300-E321
Vergroten de houdbaarheid van een product door kleurveranderingen en bederf tegen te gaan.
Geleermiddelen, emulgatoren, stabilisatoren en verdikkingsmiddelen E400-E495
Geleermiddelen geven producten een gelei-achtige structuur. Emulgatoren zorgen dat twee niet-mengbare stoffen toch gemengd worden. Stabilisatoren zorgen dat deze menging in stand blijft. Verdikkingsmiddelen maken een product dikker van structuur.
Zuurteregelaars, anti-klontermiddelen en rijsmiddelen E500-E585
Zuurteregelaars houden de zuurgraad van een product binnen bepaalde grenzen. Anti-klontermiddelen voorkomen dat voedingsmiddelen in poedervorm gaan klonteren. Rijsmiddelen laten deeg rijzen.
Smaakversterkers E620-E650
Versterken de natuurlijke smaak van een product.
Glansmiddelen en anti-schuimmiddelen E900-E914
Glansmiddelen geven een product een glanzend laagje. Anti-schuimmiddelen zorgen ervoor dat een product niet gaat schuimen, of verminderen de schuimvorming.
Meelverbeteraars E920-E928
Verbeteren de bakeigenschappen van meel of deeg of maken meel witter.
Verpakkingsgassen E938-E948
Verlengen de houdbaarheid van producten door het contact met zuurstof te voorkomen. Op het etiket staat vermeld “Verpakt onder beschermende atmosfeer”.
Zoetstoffen E950-E967 en E420-E421
Zorgen voor een zoete smaak zonder de hoeveelheid calorieën in een product sterk te verhogen.
Overige hulpstoffen E900-E1520
Hieronder vallen onder andere gemodificeerd zetmeel en enzymen.
Geschreven door Allergieplatform
