Baat het niet, schaadt het wel

In eerste instantie lijkt dit een onderwerp – geneesmiddelallergie – dat niet bij de diëtist thuishoort. Toch komt het geregeld voor dat we, mijn collega’s en ik, hiermee te maken krijgen.
Zo komt het nogal eens voor dat mensen tegelijkertijd een koemelk- en sojavrij dieet moeten volgen. In voeding vrij van zowel koemelk als soja zit onvoldoende calcium (kalk) en vitamine B2. Het is dan noodzakelijk deze voedingsstoffen als aanvulling op de voeding te nemen.

Het is dan uiteraard heel belangrijk dat er in de calcium- en vitamine B2-tabletten geen melkbestanddelen zitten. Lactose (melksuiker) wordt immers heel vaak gebruikt als vulstof om tabletten te maken, en kan sporen van melkeiwit bevatten.

Zo is het ook oppassen met multivitaminepreparaten. In dergelijke tabletten zitten zowel de in water oplosbare vitamines B en C als de in vetoplosbare vitamines A, D, E en K. De in vet oplosbare vitamines moeten opgelost worden in olie om het te kunnen verwerken in de tabletten. Soms gebruiken fabrikanten hiervoor bijvoorbeeld pinda-olie, wat tot problemen kan leiden bij mensen met een pinda-allergie.

Of er multivitaminepreparaten geslikt moeten worden, kan het beste in overleg met de diëtist gebeuren, want onnodig teveel slikken – met name de in vetoplosbare vitamines! – kan problemen geven. Deze vitamines stapelen zich namelijk op in het vetweefsel en kunnen bij te grote hoeveelheden toxisch (= als gif werkend) gaan werken.

Mevrouw X kreeg van haar internist zakjes vezels, omdat haar darmen niet goed functioneerden. Uit het voedseldagboek dat zij bijhield voor haar diëtist bleek dat zij niet alleen na de maaltijden maar ook na het nuttigen van de vezels, klachten had.

Omdat haar darmen niet goed reageerden op de voorgeschreven dosering vezels, kreeg zij van haar internist het advies meer zakjes vezels per dag te gaan gebruiken. Het gevolg: de klachten namen toe.
Navraag bij diverse artsen van verschillende specialismen leverde niets op; de artsen waren van mening dat die vezelpreparaten gewoon zonder problemen gegeven konden worden.

Maar voor de diëtist was het eigenlijk wel duidelijk: na gebruik van de vezels ontstonden de klachten!
Onderzoek wees uit dat de vezels afkomstig waren van de familie plantaginaceae, namelijk de plantago ovata ofwel weegbree, een plantenfamilie die tot de bijvoet hoort.

Mevrouw bleek allergisch te zijn voor deze plantenfamilie!

De voorbeelden laten zien dat een diëtist soms direct, in het voorbeeld van de vitaminepreparaten, soms zijdelings, de medicinale vezelpreparaten, betrokken is bij geneesmiddelenallergie.

Vraag in elk geval bij de apotheker of er mogelijk allergenen in het product dat u voorgeschreven heeft gekregen, verwerkt kunnen zijn. Geef altijd door waarvoor u allergisch bent, dus ook als u allergisch bent voor bepaalde voedingsmiddelen.

Deanna Sutter, diëtist,
Erasmus MC Rotterdam