IgG4

Een nieuwe manier om te testen of je allergisch bent is het bepalen van IgG4 in het bloed. Hoewel, nieuwe manier… Is dit wel de goede manier?

Voedselallergie is ín. Steeds meer mensen denken dat ze een voedselallergie hebben. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 20% van de bevolking een voedselallergie denkt te hebben. In werkelijkheid is het percentage mensen met bewezen voedselallergie aanzienlijk lager. Uit grove schattingen blijkt namelijk dat ongeveer 2 tot 4% van de volwassen Nederlandse bevolking last heeft van voedselallergie. Als daarbij de aan hooikoorts gekoppelde voedselallergie (paraberksyndroom) optellen, stijgt dat getal tot 10% van de volwassen bevolking. Naar schatting komt niet-allergische voedselovergevoelighied onder 1% van de volwassen Nederlanders voor.

Als er sprake is van gezondheidsklachten, is het logisch dat men gaat zoeken naar een oorzaak. Veel mensen zoeken die oorzaak in de richting van een voedselallergie.

Bij het vermoeden last te hebben van een voedselallergie, is het testen van IgE de eerste stap. Maar wat als er niets uit deze test komt? Dan wil de patiënt som overgaan op het testen van IgG4.

IgE

Voordat we kunnen uitleggen hoe IgG4 werkt, moeten we het eerst even hebben over Ig en IgE.
Ig betekent immunoglobuline, ook antistoffen of antilichamen genoemd. Als er een lichaamsvreemde stof het lichaam binnendringt, maakt het lichaam immunoglobulinen aan. Bij een voedselallergie reageert het immuunsysteem ten onrechte op een niet gevaarlijke stof. Deze stof, die het lichaam als lichaamsvreemd geschouwd, wordt (in geval van voedsel) allergeen genoemd. Immunoglobulinen binden zich aan zo’n allergeen. Dit heeft als gevolg dat histamine vrijkomt. Histamine verwijdt de bloedvaten en veroorzaakt symptomen die kenmerkend zijn voor een allergische reactie zoals rode ogen, een rode neus of een anafylactische shock.
Met behulp van bloedtest kan het IgE gehalte in het bloed worden bepaald. Ook specifiek IgE kan daarbij worden opgespoord. Hierdoor kan men te weten komen bij welk voedselallergeen het lichaam IgE aanmaakt. Een bloedtest waarbij specifiek IgE wordt opgespoord heet RAST-test.

De bloedtest heeft echter enkele nadelen:

•Bij andere ziektebeelden is het IgE-gehalte in het bloed namelijk ook verhoogd. Een verhoogd IgE-gehalte wil dus niet rechtstreeks wijzen op een allergie.
•Er kunnen vals-positieve uitslagen uit de test komen. Bij het bepalen van specifieke IgE-antistoffen kan bijvoorbeeld naar voren komen dat iemand IgE heeft aangemaakt tegen pinda-eiwit. Deze persoon kan echter ongestoord pinda’s eten. De persoon heeft dus wel IgE tegen het pinda-eiwit aangemaakt, maar ondervindt geen klachten bij het eten van pinda’s. In zo’n geval is de persoon alleen nog maar gesensibiliseerd, dat wil zeggen: gevoelig gemaakt voor pinda-eiwit. In principe is er geen sprake van allergie, want er treden geen allergische klachten op. Uit een bloedtest kan dus een hele waslijst met positieve uitslagen rollen, terwijl een persoon totaal geen klachten ondervindt.

IgG4

Wat betekent het dan als er IgG4 in het bloed zit? IgG (waaronder IgG4) wordt aangemaakt als reactie op een lichaamsvreemde stof of bij een tweede contact met een stof. Als iemand meerdere malen in aanraking is geweest met voedingsmiddel dat door het immuunsysteem als lichaamsvreemd wordt gezien (allergeen), wordt er IgG4 tegen dat voedingsmiddel aangemaakt. In tegenstelling tot IgE kan IgG4 geen histamine vrijmaken.

In het bloed kan IgG4 tegen voedingsmiddelen aangemaakt worden, maar veel IgG4-tests leveren positieve resultaten zonder dat de patiënt allergische klachten heeft. Dit is te verklaren door het feit dat het lichaam kan reageren op een voedingsmiddel door IgG4 aan te maken, maar dat er geen allergische klachten optreden omdat IgG4 geen histamine vrij kan maken. Er zullen dus geen allergische klachten optreden. Zo is er bijvoorbeeld onderzoek gedaan en werd er bij gezonde vrijwilligers zowel IgG4 en IgE tegen voedingsmiddelen in het bloed gemeten. In alle bloedmonsters werd IgG4 tegen de voedingsmiddelen gevonden. Maar deze kwamen niet overeen met de aanwezigheid van IgE tegen deze voedingsmiddelen. Ook had geen enkele vrijwilliger klachten als reactie op het voedingsmiddel waartegen IgG4 werd gevonden.

Er wordt vermoed dat het immuunsysteem bij continue belasting van een allergeen overschakelt op de aanmaak van IgG4. Het vinden van IgG4 tegen een voedingsmiddel, geeft aan dat het immuunsysteem hier regelmatig mee in contact is geweest en dat dit voedingsmiddel wordt herkend als lichaamsvreemde stof.
Het bepalen van IgG4 is waarschijnlijk niet relevant wanneer je wilt weten of je allergisch bent voor een voedingsmiddel. IgG4 bevindt zich namelijk in het bloed als gevolg van een normale fysiologische reactie van het immuunsysteem op een bepaald voedingsmiddel. Daarnaast zorgt IgG4 er niet voor dat er histamine vrijkomt en heeft het dus geen relatie met voedselallergie.

IgG4-tests worden aangeboden door commerciële laboratoria en worden vaak voor veel voedingsmiddelen tegelijk uitgevoerd. Van de mogelijkheid je te testen op IgG4, wordt steeds meer gebruik gemaakt. Wanneer echter het vermoeden bestaat van een voedselallergie zal er in eerste instantie een bloedtest (IgE bepalen) of huidtest uitgevoerd moeten worden. Verder moet gezegd worden dat de diagnose voedselallergie pas definitief gesteld kan worden met behulp van een positieve dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP).
Bronnen:

•Testing for IgG4 against foods is not recommended as a diagnostic tool; Stapel SO, Asero R, Ballmer-Weber BK, Knol EF, Strobel S, Vieths S, Kleine-Tebbe J; EAACI Task Force.
•Bepaling IgG4 in bloed geeft geen uitsluitsel voedselallergie; kwartaalblad van de Stichting VoedselAllergie; jaargang 24, 2008.
•Heeft het zin om bij (veronderstelde) voedselovergevoeligheid IgG4 tegen voedingsmiddelen te bepalen?; Nederlands tijdschrift voor Allergie, Huisartseneditie; jaargang 3, nr.4, 2008

Geschreven door Janine Zuidbroek