Als de dood voor wespen

Niet iedereen kijkt uit naar het voorjaar en de zomer. De tijd waarin de temperatuur stijgt en de natuur weer tot bloei komt, is ook de tijd dat de insectenwereld weer ontwaakt. Sommige mensen die allergisch zijn voor insectengif kunnen na een beet een ernstige allergische reactie krijgen en zelfs overlijden. Toch is het niet zo dat mensen met een allergie voor insectengif zich in huis moeten verstoppen voor de gevleugelde beestjes. Er zijn een heleboel dingen die ze kunnen doen om te voorkomen dat ze worden gestoken of gebeten. Als het wél zover komt, kunnen omstanders helpen.
Als na de beet een rode, jeukende bult ontstaat, is er meestal niets ernstigs aan de hand. Dit soort niet-allergische ontstekingsreacties zijn ongevaarlijk. Tenzij er in de keel gestoken is, kan het beste naar de Spoedeisende Hulp worden gegaan. Als er echter ontstekingsreacties ontstaan op ándere plaatsen dan waar gestoken is, zal waarschijnlijk een ‘IgE gemedieerde’ (allergische) reactie zijn opgetreden. Een allergische reactie door insectengif van variëren van een milde tot een levensbedreigende anafylactische reactie.

– Een milde reactie kan al binnen enkele minuten ontstaan. Kenmerken zijn bijvoorbeeld intense roodheid van de huid, zwelling tussen twee gewrichten, jeuk en pijn.

– Een ernstiger reactie kan bestaan uit zwellingen en jeuk over het gehele lichaam, een gevoel van flauwheid, zweten, kloppende hoofdpijn, buikkrampen en overgeven, een gevoel van doem, een drukkend gevoel op de borst of een verstikkend gevoel met zwelling in de keel. In extreme gevallen kan een anafylactische shock optreden, waarbij de persoon kan overlijden.

Anafylaxis: een levensbedreigende situatie

Een anafylaxis is een, in principe levensgevaarlijke, algemene allergische reactie, waarbij meerdere organen (huid, maagdarm, longen, centraal zenuwstelsel, hart en bloedvaten) betrokken kunnen zijn. De reactie treedt meestal op binnen enkele minuten tot maximaal een à twee uur na contact met het allergeen. Hoe sneller de reactie optreedt, des te ernstiger is het beloop. Van alle allergische aandoeningen is anafylaxie de enige die acuut levensbedreigend is. De meest voorkomende oorzaken zijn: voedingsmiddelen (vooral pinda en hazelnoot), bijen- en wespensteken, natuurrubberlatex (bijvoorbeeld bij contact met latex handschoenen) en geneesmiddelen (pijnstillers zoals aspirine, antibiotica zoals penicilline, en andere zoals narcose- en röntgencontrastmiddelen).

Het volgende gebeurt bij anafylaxie.

Nadat het lichaam in contact is gekomen met het allergeen, hetzij via direct huidcontact, of via inademing of orale inname, komt, onder andere, de stof histamine vrij. Histamine is verantwoordelijk voor een ‘allergische kettingreactie’ in het lichaam. Het zorgt voor bijvoorbeeld vaatverwijding waarna er vocht uittreedt en zwellingen in de huid ontstaan. Verder is histamine verantwoordelijk voor vernauwingen van de luchtwegen, waardoor kortademigheid optreedt. De massale vaatverwijding leidt tot bloeddrukdaling waarna de persoon buiten bewustzijn kan raken.

Gevoelig voor insectengif?

Het lijkt soms alsof men al bij de eerste steek een allergische reactie krijgt, maar dat is in werkelijkheid niet zo. Voordat men een allergie ontwikkelt, is men gevoelig geraakt voor het insectengif. Dit wordt sensibilisatie genoemd. Deze sensibilisatie voor insectengif kan gebeuren doordat men eerder gestoken is. Dit kan al lange tijd geleden hebben plaatsgevonden, door een steek die men alweer vergeten is. De kans op het ontwikkelen van een allergie is groter naarmate men vaker gestoken wordt.
Er wordt geschat dat in de westerse wereld drie tot zeventien van de honderd mensen een forse lokale reactie zullen krijgen als ze gestoken worden door een insect. Het aantal mensen, dat een algemene anafylactische reactie kan krijgen, varieert van één tot vier per honderd mensen.

Wel of niet allergisch?

Als iemand zich afvraagt of hij of zij allergisch is voor een bepaald insect, kan dat uitgezocht worden via de huisarts. De diagnose bij mensen van wie vermoedt wordt dat zij een insectengifallergie hebben, komt overeen met de manier die gebruikt wordt bij atopische luchtwegallergie. Dit houdt in dat een nauwkeurige anamnese (medische voorgeschiedenis) en de bevindingen van het lichamelijke onderzoek de basis vormen voor de diagnose en daarmee ook de therapie.

Bij insectengifallergie zal de gestructureerde anamnese zich moeten richten op de inventarisatie van de (ernst van de) klachten, op de identificatie van het insect dat de oorzaak is voor de klachten, en op eventueel bijdragende en ondersteunende factoren. Naar aanleiding van de verkregen gegevens kan verder onderzoek zinvol zijn.

Waarvoor allergisch?

In een vervolgonderzoek kunnen specifieke IgE-antistoffen tegen insecten(gif)componenten aangetoond worden. Dit kan met een huidtest (kan gewoon bij de huisarts of bij de specialist) of met bloedonderzoek (in-vitrodiagnostiek) in het laboratorium. De veiligheid van de testen voor de patiënt moet van tevoren goed doorgesproken worden met de arts.

Bloedonderzoek

Een bloedonderzoek is voor een allergische patiënt die al een anafylactische reactie heeft doorgemaakt veilig, omdat de patiënt niet wordt niet blootgesteld aan het allergeen.

Huidtest

De huidtest met insectengif zal een plaatselijke reactie kunnen geven bij sterk gesensibiliseerde personen. De reactie kan met medicatie en lokale koeling beheerst worden. Verder is de kans op een systemische reactie (anafylaxis) klein maar niet ondenkbeeldig. Die kans kan tot een minimum beperkt worden door het volgen van opgestelde richtlijnen en de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.

Immunotherapie

Een praktisch voordeel van een huidtest is de snelle beschikbaarheid van het resultaat en de mogelijkheid om vrij nauwkeurig een drempelwaarde vast te stellen die gebruikt kan worden voor de effectevaluatie van gifspecifieke immunotherapie, wanneer deze nodig is. Een aantal insectengifallergische patiënten dat (ooit) ernstig heeft gereageerd, komt in aanmerking voor immunotherapie. Immunotherapie voor insectengif is uitermate effectief, maar vergt wel motivatie en inzet van de patiënt.

Proefsteken

Onderdeel van de diagnose zou ook een proefsteek kunnen zijn. Maar proefsteken met levende insecten zijn bewerkelijk, kosten veel tijd en zijn niet zonder risico op levensbedreigende allergische reacties. Tevens zijn hiervoor de testprocedures en technieken niet gestandaardiseerd, is er voor de praktische uitvoering gedegen expertise en getraind personeel nodig. Proefsteken zullen dan ook alleen in daartoe gespecialiseerde centra worden uitgevoerd en zeker niet bij routinematige diagnostiek.

Wat te doen?

Wanneer men gestoken is, kan het zin hebben om, direct na de steek of beet, het gif of insectenspeeksel weg te zuigen en een koude omslag toe te passen. Bij een uitgebreidere lokale ontstekingsreactie kunnen ook pijnstillende middelen (NSAIDs) gegeven worden. Deze behandelingen hebben uiteraard geen zin bij een IgE-gemedieerde allergie voor bij, wesp of hommel. We hebben ook wel gehoord over een behandeling met azijn, yoghurt of alcohol, maar naar het nut hiervan is geen onderzoek gedaan. Het verwijderen van de angel heeft eigenlijk ook geen zin, omdat het gif binnen twee seconden in de huid is gebracht. Wanneer iemand die allergisch is voor insectengif gestoken wordt, bestaat er kans op een algemene reactie.

De behandeling hiervan is als volgt:

* Patiënt neerleggen, luchtweg vrijmaken en benen omhoog leggen.
* Adrenaline toedienen. Adrenaline is het middel van eerste keuze, omdat het snel en effectief de symptomen bij deze reactie tegengaat. Adrenaline moet snel na het begin van een allergische reactie intramusculair (in de spier) worden toegediend. Als de patiënt al bekend is met anafylaxis zal deze waarschijnlijk een adrenaline auto-injector bij zich hebben. Lees de gebruiksaanwijzing op de auto-injector en dien deze toe. In Nederland zijn er twee soorten adrenaline auto-injectoren op recept te verkrijgen, De EpiPen® en de Anapen®.
* Na de toediening van de adrenaline moet de ambulance gebeld worden. Hierbij moet aangegeven worden dat het om een anafylactische reactie door insectengif gaat. De patiënt zal dan door het ambulance personeel direct geholpen en naar de Spoedeisende Hulp vervoerd kunnen worden, waar de patiënt verder geholpen zal worden.
* Terwijl op de ambulance gewacht wordt, kunnen een antihistaminetablet of -druppels gegeven worden.

Het gewone leven

Als iemand de diagnose heeft gekregen dat er allergisch gereageerd kan (zal) worden op een insectensteek of –beet, dan zal vermijding voor de hand liggen. We adviseren mensen om zoveel mogelijk het gewone leven door te laten gaan, met inachtneming van een aantal regels:
Vermijd plaatsen die aantrekkelijk zijn voor insecten, zoals plaatsen waar zich afvalbakken of rottend fruit bevinden.
Gebruik geen parfum, after shave, haarspray of iets dergelijks voordat u in de tuin of op een terras gaat zitten.
Bedek uw lichaam, maar draag geen kleurige kleding. Vooral kleding met bloemenmotief is aantrekkelijk voor insecten.
Ga niet met blote voeten of open schoenen naar buiten.
Als er toch insecten in de buurt zijn, maak dan geen slaande of snelle bewegingen. Dit trekt ze juist aan.
Leg als u buiten iets drinkt, een deksel of bierviltje op glas of blikje.
Zorg er bij barbecue of tuinfeest voor dat het eten afgedekt is en kijk goed uit voordat u iets oppakt of ergens een hap van neemt.
Lees over de biologische gegevens en de leefgewoonte van het insect waarop u kunt reageren.
Zorg dat u uw adrenaline auto-injector altijd bij u draagt en een medische herkenning zoals SOS-medaillon of Witte Kruis-penning. En informeer uw omgeving dat u ernstig kunt reageren op de steek van dat bepaalde insect. Laat aan uw directe omgeving de adrenaline auto-injector zien en leg uit hoe men deze eventueel moet toedienen en wat men dan moet doen.

Meer informatie is te lezen op www.anafylaxis.nl/insecten.htm met links naar achtergrond informatie over de verschillende insecten.Via het Nederlands Anafylaxis Netwerk kunt u een boekje bestellen: Allergisch voor insecten, onder redactie van Dr. H de Groot, internist allergoloog.

Geschreven door Frans Timmermans, Nederlands Anafylaxis Netwerk