Baby’s met ouders die beide niet allergisch zijn hebben een kans van 10% van toch een allergie te ontwikkelen. De kans op een allergie is dus altijd aanwezig. Wanneer de vader een allergie heeft wordt de kans al 30%. Wanneer alleen de moeder allergisch is ligt de kans hoger, namelijk op 50%. Zo heeft een baby met een allergische moeder dus meer kans om ook een allergie te ontwikkelen dan een baby met een allergische vader. Wanneer beide ouders allergisch zijn kunnen we bij die 50% nog eens 20% bijtellen; 70% kans op een allergie…
Uitgaande van laatstgenoemde situatie, twee allergische ouders, bespreken we de maatregelen die genomen kunnen worden om de kans op een allergie bij je baby zo laag mogelijk te houden.
Wanneer je nog zwanger bent van jullie kindje kun je al rekening houden met zijn/ haar eventueel te ontwikkelen allergieën.
Dit kun je als moeder doen door ruimtes met veel tabaksrook te vermijden.
Uiteraard is deze maatregel ook van groot belang wanneer je kindje geboren is.
Na de geboorte van jullie kindje wordt aanbevolen te voorkomen dat het huis waarin jullie wonen te vochtig wordt. Een schoon huis wordt eveneens geadviseerd. Door regelmatig te stofzuigen en het huis schoon te houden kan de blootstelling aan huisstofmijt worden beperkt.
Tijdens de eerste levensjaren van jullie kindje wordt aangeraden geen huisdieren in huis te nemen. Vooral katten vormen een groot risico als het aankomt op allergievorming. Wanneer jullie al een loslopend huisdier hebben is het handig als je het dier niet toelaat tot sommige ruimtes. Denken bijvoorbeeld aan de bovenverdieping of de kinderslaapkamers.
Vloerbedekking is ook af te raden omdat hier veel stof en vuil in blijft vastzitten wat kan zorgen voor luchtwegklachten. Luchtwegklachten en eczeem worden veelal veroorzaakt door huisstofmijt, dierlijke huidschilfers en tabaksrook.
Wat de voeding betreft wordt je als moeder geadviseerd, indien mogelijk, gedurende de eerste zes maanden borstvoeding te geven. Door deze natuurlijke voeding blijft de kans op allergieontwikkeling namelijk zo klein mogelijk. Nadat de eerste zes maanden verstreken zijn kunnen jullie beginnen met het geven van bijvoeding. Verschillende voedingsmiddelen kunnen langzaam worden geïntroduceerd. Informatie over de leeftijd waarop een voeding gegeven kan worden vind je in het artikel: Introductie bijvoeding (onder het kopje voedselallergie).
Geschreven door Marieke van de Pavert
